Logo Koorvereniging Bergen
  • Home
  • Over ons
  • Concerten
  • Lid worden
  • Vrienden
  • Contact
  • Leden login
  • Foto_homepage
14 aug2015

Handel Messiah

14 augustus 2015.

GEORGE FRIDERIC HANDEL

Handel werd als Georg Friedrich Händel in 1685 te Halle geboren, in hetzelfde jaar en in de buurt van Johann Sebastian Bach; ze zouden elkaar overigens nooit ontmoeten. Hij was al vroeg een begaafd organist en clavecinist, en gaf zijn rechtenstudie snel op voor een post als violist in het Hamburgse operaorkest. Daar componeerde hij zijn eerste vier opera's. Na enkele voor zijn verdere leven beslissende leerjaren in Italië (1707-1710), waar hij enkele opera's en oratoria schreef was Händel kort kapelmeester aan het hof van de Keurvorst te Hannover. Hij bracht enkele succesvolle bezoeken aan Londen en vestigde zich daar in 1712, overigens zonder verlof van zijn Hannoverse broodheer, hetgeen Händel - tijdelijk - in een wat merkwaardige positie bracht toen Georg van Hannover in 1714 tot Koning van Groot-Brittannië werd gekroond. In 1727 liet hij zich naturaliseren tot Brits staatsburger waarbij hij zijn naam verengelste. Handel was in Londen tientallen jaren een gevierd componist van opera's in Italiaanse stijl op mythologische of historische thema's (zoals Semiramide, Orlando, Radamisto, Rinaldo, Rodelinda, Serse, Tolomeo etc) die na zijn dood snel werden vergeten en waarvan sommige pas sinds de recente barok-renaissance weer te horen of zien zijn. Zijn engelstalige oratoria op bijbelse thema's (Esther, Saul, Judas Maccabeus etc.) worden daarentegen sinds de negentiende eeuw weer regelmatig uitgevoerd, vooral door grote amateurkoren in angelsaksische landen. Daarnaast componeerde Handel in vrijwel alle andere genres waarvan zijn feestmuzieken (Water- en Fireworks Music), orgelconcer- ten en concerti grossi de bekendste zijn. De Messiah (HWV 56) ontstond op een keerpunt in Handels leven, en op initiatief van Charles Jennens (1700-1773) die als librettist al mede verantwoordelijk was voor het onverwachte succes van Handels bijbelse oratoria Saul en Israel in Egypt in 1738. Jennens, de gefortuneerde aristocraat en cultuurliefhebber, zag met lede ogen hoe Handels op Italiaanse opera's berustende populariteit na 25 jaar tanende was bij het verwende Londense publiek. Deidamia beleefde in 1741 slechts drie uitvoeringen en zou Handels laatste opera worden.

Terwijl de inmiddels 56-jarige Handel een sabbatical year overwoog en dankbaar de uitnodiging had aanvaard om het concertseizoen 1741-42 in Dublin door te brengen, presenteerde Jennens hem in de zomer van 1741 het libretto voor de Messiah (zonder het lidwoord the in de titel), een tekst die Handel terstond, in een voor zijn doen gebruikelijk tempo, binnen drie weken op muziek zette, volgens zijn eigen aantekeningen ‘begonnen op 22 augustus en klaar op 12 September.

Handel vertrok vervolgens naar Dublin waar de Messiah in première ging op dinsdag- middag 13 april 1742, in de week voor Pasen, in Mr Neale's Great Musick Hall in Fishamble Street. Het concert vond plaats ten behoeve van diverse charitatieve instel- lingen zoals The Musical Society for the Relief of Imprisoned Debtors. 'Verzoeke geen zwaarden en hoepelrokken, hoe meer plaats, hoe meer opbrengst voor de goede doelen.' Het concert bracht £ 400,- op, en voor de componist groot succes onder het minder verwende Ierse publiek.

Een jaar later was de ontvangst te Londen (23 maart 1743) een stuk koeler; de Messiah werd er nog enkele malen uitgevoerd maar pas in 1752 ontstaat de traditie van uitvoeringen op dinsdag en donderdag in de Stille Week, in het Covent Garden Opera House, en één kort na Pasen, voor liefdadige doeleinden. Tot aan zijn dood in 1759 dirigeerde Handel de Messiah 56 keer; daartoe paste hij de partituur regelmatig aan aan de verschillende omstandigheden, zoals de beschikbaarheid van bepaalde solisten of instrumenten. En natuurlijk verbeterde of verving hij soms gedeelten. Uitvoerders moeten daarom kiezen of zij latere versies als verbeteringen, dan wel als noodgedwongen aanpassingen aan andere omstandigheden willen beschou- wen: er bestaat geen definitieve Messiah, men kan verschillende uitvoeringen horen, al groeit er een zekere consensus.

Na enkele tientallen jaren en de opkomst van de choral societies ontwikkelde de Messiah zich tot een Engels cultureel ikoon bij uitstek, en het succesnummer van korenfestivals all-over-the-year. Daarmee werd het niet alleen Handels populairste werk maar ook het eerste stuk in de muziekgeschiedenis met een ononderbroken uitvoeringstraditie; grote werken van Bach of Monteverdi zijn immers lange tijd van het repertoire verdwenen geweest.

Voor een zo groot en beroemd werk heeft de Messiah een bescheiden bezetting: er zijn vier vocale solisten en een vierstemmig koor, dat bij Handels eerste uitvoering bestond uit 16 jongens en 16 mannen, ontstaan uit de combinatie van twee kerkkoren. Het orkest bestond uit strijkers, continuo en twee trompetten en pauken. De strijkers spelen regelmatig unisono, d.w.z. allen dezelfde partij. De trompetten treden slechts vier keer op, en er is slechts één aria waarin een instrumentalist (i.c. de eerste trompet) een solopartij speelt. Handels continuogroep bestond uit vier fagotten, drie celli en twee contrabassen. Na de eerste uitvoeringen voegde Handel nog twee hobo's toe, zonder daarvoor aparte partijen te componeren; zij spelen meestentijds zogeheten colla parte mee met violen en/of sopranen. Met deze eigenhandige, destijds niet ongebruikelijke klankversterking opende Handel de deur voor een verdere opschaling van de Messiah, vooral in de negentiende eeuw; koren van meer dan duizend zangers en orkesten van vele honderden instrumentalisten, uitgerust met hoorns, trombones en tientallen fagotten waren niet ongewoon. Tijdens de Handel Commemoration in 1859 werd Messiah uitgevoerd door een koor van 2765 zangers en 460 instrumentalisten, onder het motto 'voor Handel is geen koor te groot'. Op het continent vervaardigde Mozart in 1789 een Duits-talige versie (KV 572) naar de eisen des tijds, met fluiten, hoorns, klarinetten en trombones, die met name in Duitsland nog wel wordt uitgevoerd. Ontdaan van alle victoriaanse praal is in hedendaagse uitvoeringen weer Handels ‘yoke made easy and his burthen light.’

De Messiah is dus geen kerkmuziek maar heeft een wat ambivalente status, tussen vermaak en godsdienstoefening. Hij werd aanvankelijk slechts in theaters en concertza- len uitgevoerd, ten behoeve van liefdadige doelen en aange-kondigd als Grand Musical Entertainment. Messiah vertoont ook de karakteristieke driedeling van Handels opera's (twee pauzes). Het wordt wel een concert-oratorium of 'educatief entertainment' genoemd. Maar toen Handel na de Londense première werd gecomplimenteerd met zijn hoogstaand 'entertainment' zou hij hebben geantwoord "My lord, I should be sorry if I only entertained them, I wished to make them better". De Londense kerkelijke gemeenschap daarentegen zag het uitvoeren van geestelijke muziek in een profaan concertgebouw als blasfemie, en dwong Handel slechts 'A New Sacred Oratorio' aan te kondigen, en de titel Messiah te vermijden. Pas vanaf 1750 klonk Messiah ook in kerk- gebouwen.
Omdat de 'verhaallijn' van de Messiah globaal het kerkelijk jaar volgt (Advent, Kerstmis, lijden, Pasen, Hemelvaart, Pinksteren) is er geen preferente periode van uitvoering. Op praktische gronden (eind van het theaterseizoen) werd Messiah aanvankelijk rond Pasen uitgevoerd; de nadruk die de tekst legt op de voorspelling en aankondiging van de Messias is vaak het motief voor uitvoeringen in de adventstijd.

Het libretto van Messiah heeft een voor oratoria ongebruikelijk karakter: anders dan bij andere bijbelse oratoria zoals Saul, Jephta of ook Bachs Matthäus-Passion (die zes jaar eerder werd voltooid) ligt er geen plot aan ten grondslag die handelende personages in een reeks gebeurtenissen verwikkelt. Er is dus geen verteller (evangelist), solisten vertolken geen rollen die met elkaar in diskussie treden, er zijn geen heftige volkskoren (turbae) die actieve groepen vertegenwoordigen, en evenmin bevat het vrij gedichte teksten voor de aria's. Messiah is dus minder theatraal en meer beschouwend dan je van een oratorium verwacht. Alle teksten zijn rechtstreeks ontleend aan de bijbel, in de fraaie St.James-vertaling van 1611, vergelijkbaar met onze Statenvertaling; er wordt dus alleen proza gezongen. Bijbelse metaforen die de eeuwen trotseerden vervangen hier de tijdgebonden,gezwollen poëzie die we van zoveel barokke composities kennen. Deze selectie bijbelteksten behandelt de geschiedenis van de 'Messias', hebreeuws voor 'gezalfde Gods', vanaf de oud-testamentische profetieën van zijn komst en de geboorte van Jezus (Deel I), via diens boodschap en het onbegrip daarover, zijn kruisiging, op- standing en hemelvaart (Deel II) naar de betekenis daarvan voor de gelovigen (Deel III). Tesamen vormen deze teksten in zekere zin een polemisch pamflet dat de 'andere agenda' weerspiegelt van tekstschrijver Jennens: hij wil de orthodox anglicaanse geloofs- leer verdedigen tegen het opkomend rationalisme van zijn tijd en de daaraan tegemoet- komende deïstische theologie, door het bewijs te leveren dat de Jezus Christus waar- over het Nieuwe Testament schrijft inderdaad de Messias is die door de oud-testamen- tische schrijvers werd voorspeld. Dat heeft tot opmerkelijk gevolg dat ook nieuw-testa- mentische gebeurtenissen (het leven van Jezus) in de Messiah aan de orde komen in de woorden van oud-testamentische teksten welke als profetisch voor de betreffende gebeurtenissen werden beschouwd. De heilsgeschiedenis wordt dus op nogal indirecte wijze, in niet-verhalende teksten 'verteld'; Messiah zou daarom voor toehoorders die de bijbelse verhalen niet kennen geheel onbegrijpelijk zijn.

Messiah bestaat dus uit drie grote delen, die elk weer zijn onderverdeeld in een reeks 'muzikale tableau's' die telkens twee tot vier stukken omvatten, en door Jennens van titels werden voorzien die hieronder - ter verheldering - nogal vrij zijn geparafraseerd. Dergelijke scènes vertonen vaak een opbouw van klein naar groot: van een slechts door continuo begeleid (secco) recitatief, via een, door instrumenten begeleid (accom- pagnato) recitatief of een arioso (met vrijere tekstbehandeling en motiefrijker instrumen- tale begeleiding) naar een aria en meestal eindigend met een koor. De opbouw wijkt trouwens vaak af van dit geïdealiseerde schema; er zijn scènes die louter uit solo-stuk- ken bestaan, en andere met uitsluitend koren. Ook deze indeling naar muzikale genres is van de hand van Jennens.

  • flyer
  • SPONSORS
  • VISIE
  • BESTUURSLEDEN
  • DIRIGENT
  • BEVRIENDE KOREN
  • BEGELEIDINGSORKEST
  • GESCHIEDENIS
  • FOTOALBUM

Copyright © 2014-2024 Koorvereniging Bergen All Rights Reserved.